Op het wereldwijde web is een interessant epistel te vinden over de naam van ons huis en de vroegste bewoners van onze grond. Het komt van de site "Kranenburgia" en bevat hier en daar wat wilde aannames maar ik vind het een mooie theorie! De theorieën van Professor Delahaye (wel reuze interessant) negeer ik maar even omdat ik de versie van Kranenburgia net iets romantischer vind ;)
Voor de lezer met een lange adem........
Priestering: Aan de Priesterinkweg 4-4a in de Heidenhoek (Kreynck) bij het dorp Zelhem (Achterhoek) staat in 1402 een boerderij genaamd Pristerinck (kadaster 1829). Ze is in bezit van Derich van Linteloe, hoort tot de Zelhemmer Hattemer Marke en heeft plicht tot levering van roggebrood op de Zelhemmer Brink.
Later genaamd Priesterdinck (1441), Priesterinck (-), Priesterink (2012). Ook zijn er de oude familienamen Priestering en Priesterink.
Gezien: - het gebruik om boerderijen te noemen naar hun locatie - en het gebruik om de familie te noemen naar hun woonlocatie - en de ontwikkeling van diverse ing- naar ink-namen sinds circa 1233 AD - lijkt de naam Pristering de oudste naamvorm - en lijkt de locatie van de boerderij oorspronkelijk Pristering te heten - en lijkt de naam Priestering te dateren van bevoor 1402. De oudste familienamen zijn meestal afkomstig van het huis waar de familie woonde. Families hebben namelijk in het verre verleden nauwelijks een familienaam. Het huis waar de oorspronklijke familie Priestering woonde, zal dus Pristering kunnen heten. * Pristering: Zelhem wordt rond 200vC bevolkt door Angelen uit de regio Berkelland. De naam Pristering lijkt derhalve afgeleid van Anglisch prister (priester) + ing (volk). Dus: priestervolk. M.a.w.: het pand Priestering zal dus van oorsprong een pand zijn waar één of meer priesters wonen. Deze these wordt gesterkt door het feit dat Anglische locatienamen nimmer meervoudsvormen kennen. Anglisch prister in Pristering betekent dus priester of priesters.
* Herkomst: De vraag is nu of we te maken hebben met één of meer Christelijke priesters of met één of meer Angale (Naturale Anglische) priesters. 725nC: Latijn priester = sacerdos, antistes, vates. Geen van deze Latijnse woorden is homofoon met het Anglische woord preost. Aangezien de kerstening van NO Nederland sinds 752nC alle naturale Anglische geloofselementen verbiedt en bestrijdt, kan de naam Priestering dus al ruim bevoor dat jaar bestaan. 801nC: Ludger (742-809; missionaris) bouwt een kerk te Zelhem. 1233nC: culturele versaxing grensstreken NO Nederland 1400nC: Rond dat jaar begint de Reformatie in Europa. Rond 1525 bereikt ze Noord Groningen. Het jaar 1529 AD is officeel het beging van het Protestantisme. Rond 1400 AD zal de regio Zelhem derhalve bestaan uit katholieken en buitenkerkse mensen.
In theorie kan Priestering derhalve zijn bewoond door een katholieke priester met zijn aanhang. Die aanhang zal zeker geen gezin zijn. Katholieke priesters plegen namelijk ongehuwd te zijn en geen kinderen te hebben. De Priestering zou derhalve een klooster kunnen zijn. Maar daarvan is vooralsnog nergens een historische bevestiging gevonden.
Kreynck: Diverse bronnen stellen dat de Angale priesters lange zwarte mantels dragen. Mogelijk vanwege de twee raven die Wodan steeds vergezellen. Zij informeren hem over alle mensen op aarde. Angale priesters worden beschouwd als intermediair tussen mensen en de goden. Mogelijk dat zij daarom inderdaad zwarte mantels dragen. Immers: - Raven zijn zwart en horen tot de kraaiachtige vogels. Anglisch cray = kraai. De term kraai wordt vaak gebruikt als bijnaam of spotnaam voor iemand in lange zwarte kleding. Het kan zijn dat Angale priesters daarom ook wel kraaien werden genoemd. Boerderij Priestering in Heidenhoek te Zelhem ligt in de sector Kreynck. Deze naam kan zijn afgeleid van Anglisch cray (kraai; ST kreai, krei) + ing (volk) = kraaienvolk = de Angale priesters die in Priestering wonen.
Heidenhoek: De these dat Priestering betrekking heeft op een Anglisch heiligdom annex klooster wordt gesterkt door de locatie Heidenhoek aan de Heidenhoekseweg tussen Zelhem en Yzevoorde. De naam lijkt afgeleid van Anglisch haedhen (heidebewoner, heiden) + hoc (hoek, hoekig land). Gezien de betekenis van de naam Heidenhoek lijkt het mogelijk dat deze locatie van oudsher is beschouwd als het woonoord van heidenen, of dat de bewoners dat zelf zo zagen. D.w.z: als naturale mensen, i.c. niet-christenen. Deze regio zal eveneens rond 200vC zijn bevolkt door Angelen uit Berkelland.
Oerpand: Aangezien: - de familienaam Priestering~ lijkt te zijn overgenomen van de boerderij Pristering (1402 Pristerinck) in Heidenhoek - en de naam Pristering~ van de boerderij derhalve niet afkomstig is van een familienaam Priestering~ - en het pand oorspronkelijk moet zijn bewoond door een groep mensen - en de naam Pristerinck van het pand begint met de term prister = priester - en het pand niet is bewoond door christenen - en Anglische namen altijd uitgaan van enkelvoud zoals in Cranbeorg (Cranborough, Cranbury) = Kranenburg - en derhalve Pristering lijkt afgeleid van Anglisch prister (priester) + ing (groep) = priestergroep ofwel groep priesters, lijkt het oerpand Pristering (Priestering) dat in Heidenhoek moet hebben gestaan een functie te hebben ivm enige Naturale Anglische (= Angale) priesters.
Klooster: De vraag is nu: wat doen priesters, die samen in een pand wonen? Kijken we naar priesters elders in de wereld in die tijd dan blijkt dat zulke priesters normaliter kloosterlingen zijn die een gelijk geloof hebben en dat hun onderkomen een kloosters wordt genoemd. Ze zijn normaliter ongehuwd, studeren, werken op hun land om te kunnen leven, onderhouden het klooster, leiden nieuwkomers op in het priestervak, verkondigen hun geloof aan anderen en leiden ceremoniële gebeurtenissen. Op grond hiervan lijkt Pristering~ derhalve oorspronkelijk een soort klooster annex boerderij van Naturale Anglische (= Angale) priesters te zijn. Dat past ook in een gebied met de naam Heidenhoek: een hoek land waar zgn heidenen wonen. Door hun handelscontacten met Kreta en Turkye zijn de Angelen vrij zeker al sinds 300vC op de hoogte van het bestaan van kloosters in die landen en elders.
Kraai: Het is vooralsnog niet duidelijk of de Naturale Angelen hun priesters kraaien noemen, of dat de Angale priesters zichzelf zo noemen. E.e.a. is zeker mogelijk. De raaf of kraai wordt immers door hen gezien als het intermediair tussen de mensen en Wodan. De naam kraai kan evenwel ook later zijn bedacht als spotnaam door haatdragende christenen. Raaf: Bron SYM/p129 (ga voor deze en andere bronnen de site www.kranenburgia.nl) schrijft dat de raaf een symbool is van zelf gekozen eenzaamheid en de raaf daarom in het christendom een symbool is voor zgn afvalligen, ontrouwen en ongelovigen. Aangezien de raaf een kraaiachtige vogel is, lijkt het dat de naam Kreynck afkomstig is van christenen. Deze naam lijkt daarom te zijn ontstaan na circa 801nC toen de kerk van Zelhem werd gebouwd. Priesterinkdijk: Lange rechte weg in Zelhem, gaande van de Heidenhoek langs Obbinkmark naar het Wolfersveen. De weg is circa 4.5 Km lang. Dit geeft aan dat Priestering belangrijk was voor de mensen. Lange wegen krijgen immers vaak een naam die daaromtrent belangrijk is. Dit onderschrijft de eerder geconstateerde betekenis van de locatie Pristering.
Functies: Het is vooralsnog niet duidelijk welke functies het veronderstelde klooster Pristering heeft. Gezien oude kloosters elders, zal het mogelijk een leefgemeenschap zijn van priesters die onderwijs krijgen in o.a. schriftkunde, taal, geschiedenis en kennis van het Anglisch naturale geloof, i.c. hun goden en rituelen. Daarnaast zullen de aspirant priesters werkzaamheden verrichten voor het collectief. Zoals koken, tuinieren, schoonmaken, etc. Na afstuderen zullen ze veelal elders gaan wonen en werken.
In het Angalisme kunnen zowel mannen als vrouwen priester zijn. Vooralsnog is echter niet bekend of Priestering een klooster is voor mannen of vrouwen. Noch zijn er aanwijzingen. Gemengde kloosters zijn vooralsnog niet bekend. 1102nC: Het einde van Priestering als klooster zal ergens liggen tussen 801nC en 1403, als Pristerink wordt genoemd als een boerderij in bezit van Derich van Linteloe. Het einde van het naturaal Anglisch klooster ligt dan ergens halfweg rond 1102nC. Het sterfproces zal een geleidelijke aftakeling zijn geweest. De macht van de Roomse Kerk groeide steeds verder en steeds meer Angelen zullen zich al dan niet gedwongen hebben bekeerd.
Prachtige theorie nietwaar? Je voelt gewoon dat het klopt; het is hier GODDELIJK!!!